In samenwerking met het Agentschap Wegen en Verkeer van het Vlaams Gewest werd het hele grondgebied ingedeeld in snelheidszones. Hierbij werd rekening gehouden met de functie van de wegen, de afbakening en de aard van de verblijfsgebieden en de plaatselijke ruimtelijke omstandigheden.
-
30 km/u in schoolomgevingen en sommige woonstraten;
-
50 km/u in bebouwde kom;
-
70 km/u in buitengebieden.
In een zone blijft de snelheid altijd gelijk. Elke zone wordt aangeduid met borden die niet worden herhaald in een zijstraat.
In de omgeving van de scholen bedraagt de maximumsnelheid 30 km/uur. Op sommige plaatsen is deze snelheidsbeperking variabel.
In woonzones bedraagt de snelheid overwegend 50 km/u. Op sommige plaatsen wordt deze nog verder beperkt tot 30 en 20 km/u.
In de bebouwde kom mag je niet harder dan 50 km/uur. Ook in dichtbebouwde straten buiten de bebouwde kom is de snelheid beperkt tot 50 km/uur. Zulke straten grenzen in de praktijk meestal aan de bebouwde kom. Het is dus best mogelijk dat je aan het einde van de bebouwde kom een bord ziet dat zegt dat je vanaf daar ook maar 50 km/uur mag rijden. Het bord bebouwde kom geeft immers meer aan dan alleen maar de maximumsnelheid.
In alle andere straten van de gemeente geldt een snelheidsbeperking van 70 km/uur. Er is slechts één uitzondering: de E19 autosnelweg waar je uiteraard 120 km/uur mag rijden.