Bosherstel/bosbehoud PRUP - Woonzone met bosrijk karakter (WBK) Wuustwezel

Volgens de nieuwe voorschriften van het PRUP “Clusters Weekendverblijven C3, C4 en C5 – Wuustwezel” dient er eigenlijk een bosherstel en/of bosbehoud plaats te vinden op het perceel vóór de vergunning kan worden afgeleverd. 
De gemeente is echter voor een meer pragmatischer aanpak. Dit wil zeggen dat het bosherstel en/of bosbehoud mag plaats vinden na de verkregen omgevingsvergunning.

Er mag maximaal 300 m² ontbost zijn/worden per perceel . Deze oppervlakte bevat naast de bebouwing eveneens de oprit, tuin en/of terras. Ook een zone van minimum 3 meter rond de bebouwing zit in de 300 m² vervat (1).

Het niet-ontboste gedeelte van het perceel (buiten de maximaal toegelaten 300m²) dient als bos ingericht en gehandhaafd te worden, inclusief de struik- en kruidlaag; het Bosdecreet blijft er bijgevolg van toepassing, wat betekent dat:

  • Kappingen enkel kunnen uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos.
  • Er geen constructies (speeltuigen, tuinhuisjes, paardenstallen, hokken voor dieren, enz,…) kunnen opgericht worden of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid- of boomlaag kunnen uitgevoerd worden, ook niet voor tuinaanleg of grasperk (2).
  • Er geen dieren (kippen, paarden, konijnen, enz,…. ) mogen gehouden worden in de boszone.
  • Aanplantingen kunnen enkel uitgevoerd worden met inheemse streekeigen, standplaatsgeschikte loofbomen en struiken en als dusdanig dienen onderhouden te worden om het groene karakter van de omgeving te garanderen.
  • Er zeker geen aanplantingen kunnen gebeuren met sierconiferen, rododendron of laurierkers.
  • Het inheems loofhout in de struik- of kruidlaag zich ongehinderd moet kunnen ontwikkelen.

Een perceel heeft verschillende zones. Zie schema hiernaast. Wanneer er bosherstel moet plaatsvinden, omdat er meer dan 300 m² ontbost is, moet je onderstaande richtlijnen volgen:

Bosherstel woonbos

Bosvrije zone of tuinzone

Bosvrije zone of tuinzone

Deze zone omhelst het huis, de tuin en de oprit (max. 300 m²)
De minimum verplichte driemeterzone rond de woning wordt aanzien als tuinzone. In deze zone komen de paadjes, het terras, siertuin met sierplanten en/of gras.

Bosrand

Bosrand

Vanaf de 3-meterzone (minimum) wordt er aangeraden om de volgende 4 meter met struiken/bosplantsoen aan te planten. In deze zone mag geen gazongras/sierstruiken meer aanwezig zijn en moet de grond omgewoeld worden, zodat ook de natuurlijke struik- of kruidlaag zich terug kan ontwikkelen.

Door rond je tuin een gordel van 4 meter breed te beplanten met struiken en lage bomen, heb je minder last van overhangende takken, schaduw en bladval op het huis. Daarnaast schermt een bosrand je perceel af en breken de struiken de kracht van de wind, waardoor er minder kans is op stormschade.

Toch gaat het er vooral om, om de biodiversiteit van de buurt te verrijken en zo bij te dragen aan de gezondheid van de bossen in Wuustwezel.

Hoe deze bosrand aanplanten?

  • Het ideale plantseizoen begint ongeveer vanaf 1 november en eindigt eind maart.
  • Plantmaat: tussen de 90-150 cm hoogte of zoals verkrijgbaar voor bepaalde soorten (bosplantsoen).
  • Planten gemixt aanplanten.
  • De minimum plantafstand bedraagt 1 x 1 meter.
  • Hoeveelheid: per 3 of 4 in groepjes bij elkaar zetten om te veel uitval te voorkomen.
  • De wettelijke plantafstand van struiken tot aan de perceelgrens: 50 cm voor nieuwe aanplantingen.

Welke soorten zijn in de bosrandzone toegelaten?

U kan een keuze maken uit onderstaande soorten:

  • Hulst/Ilex aquifolium - schaduwsoort/groenblijvend;
  • Brem/Cytisus scoparius – lichtsoort/groenblijvend;
  • Beuk/Fagus sylvatica – schaduwsoort (grote boom, ook geschikt als haagplant;
  • Haagbeuk/Carpinus betulus - licht/halfschaduw (kleine boom, ook geschikt als haagplant);
  • Eénstijlige meidoorn/Crateagus monogyna - halfschaduw/lichtsoort (kleine boom, ook geschikt als haagplant);
  • Europese vogelkers/Prunus padus - licht/halfschaduwsoort (struik/kleine boom);
  • Wilde lijsterbes/Sorbus aucuparia - halfschaduw/lichtsoort (kleine boom);
  • Zwarte els/Alnus glutinosa (vochtige grond - kleine boom, ook geschikt als haagplant);
  • Hazelaar/Corylus avellana - licht schaduwsoort;
  • Gelderse roos/Viburnum opulus – schaduwsoort;
  • Gewone vlier/Sambucus nigra - licht/schaduwsoort;
  • Sporkehout/Rhamnus frangula - licht/schaduwsoort;
  • Veldesdoorn/Acer campestre (kleine boom, ook geschikt als haagplant);
  • Hondsroos/wilde roos/Rosa canina - licht/schaduwsoort;
  • Geoorde wilg/Salix aurita (vochtige grond);
  • Grauwe wilg/ Salix cinerea (vochtige grond) - kleine boom;

Bos

Bos

Na de bosrand begint dan het echte bos met hoogstammige bomen gemengd met struiken/bosplantsoen. Ook in deze zone mag ook geen gazongras/sierstruiken meer aanwezig zijn en moet de grond omgewoeld worden, zodat de natuurlijke kruidlaag zich terug kan ontwikkelen.

Hoe boszone aanplanten?

  • Het ideale plantseizoen begint ongeveer vanaf 1 november en eindigt eind maart.
  • De minimum plantmaat voor hoogstammige bomen bedraagt 10/12 (= stamdiameter +/- 3,5 cm).
  • De minimum plantafstand bedraagt 2 x 2 meter ( mix van bosplantsoen en hoogstammige bomen). Er wordt aangeraden tussen de hoogstammige bomen minstens 6 tot 8 meter afstand te bewaren.
  • Tussen de nieuwe bomen moet telkens ook inheems bosplantsoen worden aangeplant.
  • Wettelijke plantafstand van perceelgrens voor nieuwe bomen: 2 meter.

Welke boomsoorten zijn in zone 3 toegelaten?

U mag een keuze maken tussen onderstaande inheemse bomen:

  • Beuk/Fagus sylvatica – schaduwsoort;
  • Haagbeuk/Carpinus betulus - licht/halfschaduw;
  • Eénstijlige meidoorn/ Crateagus monogyna - halfschaduw/lichtsoort;
  • Wilde lijsterbes/Sorbus aucuparia - halfschaduw/lichtsoort;
  • Ratelpopulier/Populus tremula – lichtsoort;
  • Europese vogelkers/Prunus padus - licht/halfschaduwsoort;
  • Zomereik/Quercus robur – lichtsoort;
  • Zwarte els/Alnus glutinosa - vochtige grond;
  • Ruwe berk/Betula pendula - licht/halfschaduwsoort;
  • Schietwilg/Salix alba - vochtige grond;
  • Wintereik/ Quercus petraea – verdraagt droogte goed;

Extra opmerkingen

Extra opmerkingen

  • Sommige bovenstaande soorten kunnen zowel als bomen als struiken aangeplant worden. U vindt deze soorten dan ook in beide lijsten terug.
  • Na het frezen van het gras/siergazon mag men boomschors onder de nieuwe aanplantingen strooien om onkruidgroei te beperken tijdens de eerste jaren na de nieuwe aanplantingen. De natuurlijke kruidlaag moet zich nog wel kunnen herstellen. 
  • Er mag geen nieuw gras buiten de 300 m² ontboste zone ingezaaid worden.
  • De keuze voor de juiste boom- of struiksoort is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden zoals licht, vochtigheid en voedselrijkdom.

Opgelet!

  • Wanneer de aanplanting mislukt, dient de aanvrager het volgende plantseizoen de aanplanting opnieuw uit te voeren, net zo lang tot er een hoogwaardige groenstructuur ontstaat.
  • In het verleden reeds goedgekeurde ontbossingsaanvragen, met mogelijk een grotere oppervlakte dan 300 m², blijven behouden. De ontboste oppervlakte mag voor bestaande percelen, kleiner dan 600 m², in totaal nooit meer dan 50% van de perceelsoppervlakte bedragen.
  • Constructies ten behoeve van huisdieren moeten binnen de bosvrije zone blijven en binnen de max. bebouwbare oppervlakte van 100 m² voor het hoofdgebouw, waarmee fysisch één geheel dient gevormd.