Warandestraat
Vanaf 1736 werden de gronden in de Warandestraat verdeeld onder wevers en boeren. Ze kregen bijzondere afspraken, zoals het verbod om kippen te houden zonder toestemming.
De Warandestraat in Loenhout, kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 18e eeuw. De naam “Warande” verwijst naar een stuk grond dat oorspronkelijk eigendom was van de heren van Loenhout. Dit gebied, ongeveer twee hectare groot, lag aan de noordzijde van wat nu de Kapelstraat en Warandestraat is. Het woord "warande" betekent in het Nederlands een park of wandeldreef, wat duidt op een landgoed met een parkachtige uitstraling.
Tot ver in de vroege 18e eeuw was de Warande onbebouwd. In 1736 begon Joannes Walckiers, toenmalig heer van Loenhout, met het verkavelen en uitgeven van percelen op dit stuk grond. De eerste erfpachter was Jan Godrie, een wever, die een perceel aan de Kapelstraat toegewezen kreeg. Hiervoor betaalde hij een jaarlijkse cijns van 10 stuivers.
Op 12 december 1742 werden verschillende percelen aan de noordzijde van de Kapelstraat uitgegeven aan diverse bewoners, waaronder Amandus Peeters, Antoon Gaspar Anthonissen, Joris Van Elsacker en Jozef Telles. Elk van hen kreeg een perceel van ongeveer 17 aren om er een woning op te bouwen. Een bijzondere voorwaarde in deze contracten was dat de bewoners geen kippen mochten houden zonder toestemming van de heer van Loenhout.
In 1770 werd een groot deel van de Warande in erfpacht gegeven aan Michiel Ansoms, die twee gemeten land ontving om een woning te bouwen. Ook hij was verplicht een jaarlijkse cijns te betalen en mocht geen kippen houden zonder toestemming.
De verkaveling en bebouwing van de Warande waren bepalend voor de uitbreiding van de dorpskern van Loenhout aan de oostzijde van de kerk. Waar voorheen nog onbebouwd terrein lag, ontstond een nieuwe woonwijk die het gezicht van het dorp aanzienlijk veranderde.
Locatie: Warandestraat